Utrecht, Tivoli, 26 Mar 1986

28 Mar 1986
Het Parool
Peter van Brummelen
Martyn laat emoties van podium afdruipen
POPMUZIEK

John Martyn, Tivoli, Utrecht (26/3). Bezetting: John Martyn (zang, gitaar), Foster Paterson (toetsen), Alan Thomson (bas, toetsen), Arran Ahmun (drums). Herhaling: Stadsschouwburg, Heerlen (28/3), Paradiso, Amsterdam (29/3), Patronaat, Haarlem (30/3), Arena, Rotterdam (31/3)

door PETER VAN BRUMMELEN

De Nederlandse podia moeten hem zo langzamerhand bekend zijn als zijn broekzak. Vrijwel ieder jaar onderneemt de Schotse zanger en gitarist John Martyn een tournee langs het Nederlandse zalencircuit. Zijn huidige tournee heeft een speciaal tintje. John Martyn's 20th Anniversary Tour, vermelden de affiches met gepaste trots. Twintig jaar muzikant, twintig jaar constante kwaliteit, een feit dat gevierd mag worden.

Terugblikkend op Martyn's lange carrière springt vooral zijn enorme veelzijdigheid in het oog. Ondanks een altijd herkenbare eigen identiteit heeft hij de afgelopen twee decennia geëxperimenteerd met de meest uiteenlopen muzikale stijlen. Begonnen als een traditionele folkzanger ontwikkelde Martyn zich in de loop der jaren tot een muzikale duizendpoot.

Na uitstapjes op het gebied van de jazz, oosterse muziek en reggae, wordt Martyn's muziek de laatste jaren vooral gekenmerkt door het royale gebruik van synthesizers en aanverwante electronica. Tot kille en mechanische klanken heeft dat gelukkig geenszins geleid. Zoals de elpees Sapphire en Piece By Piece bewijzen, vormen de warme klanken die toetsenist Foster Paterson aan zijn synthesizers weet te onttrekken een alleszins passend decor voor Martyn's donkerbruine stemgeluid.

Anders dan vorig jaar, toen Martyn en Paterson nog als duo door Nederland trokken, is er nu sprake van een complete band. In Utrecht was dat aanvankelijk even flink wennen. Drummer Arran Ahmun en bassist Alan Thomson toonden zich uiterst competente muzikanten, maar leken dat tijdens het eerste gedeelte van het optreden net iets al te nadrukkelijk te willen bewijzen.

Martyn's subtiele zang en gitaarspel dreigden zodoende even verloren te gaan in virtuozengefreak. Gaandeweg hielden Thomson en Ahmun zich gelukkig wat in.

Hoewel Martyn als gitarist en songschrijver zijn mannetje staat, is het toch vooral zijn manier van zingen die respect afdwingt. Martyn is gezegend met een grofkorrelig, licht hees stemgeluid, zo ergens tussen dat van Joe Cocker en Van Morrison in. Echt zo'n stem die iedere zangleraar de stuipen op het lijf zou bezorgen, maar die prima fungeert als doorgeefluik van menselijk emoties.

In Utrecht dropen die emoties bijkans het podium af. Vooral in het wat ingetogener werk als Fisherman's Dream en Sweet Little Mystery klonk Martyn's doorleefde stem wederom als een klok. Broeierig, ongepolijst, sensueel, kortom prachtig. Tijdloze muziek, van mij mogen er zo nog twintig jaar bij.

sitenotes:
This review was published in Het Parool of Friday, 28 March 1986. Foster Patterson, Alan Thompson and Sweetlittle Mistress were quietly corrected.

Related to: