Groningen, Stadsschouwburg, 25 Mar 1986

26 Mar 1986
Nieuwsblad van het Noorden
Max Palfenier
John Martyn krijgt door falende techniek pas laat de geest

Gebeurtenis: Optreden van de Schot John Martyn en band. Plaats: De Stadsschouwburg, Groningen. Publiek: 240.

Scan from the paper
John Martyn in extase (foto: Frank Straatemeier)
E

en popconcert in de Groninger Stadsschouwburg, dat was al meer dan 10 jaar niet gebeurd. Het is even wennen daarom. Het publiek zit aanvankelijk nog wat stijfjes in de pluche stoelen, durft slechts te fluisteren, is duidelijk onder de indruk van de intieme, haast gewijde sfeer die in deze cultuurtempel hangt. Die onwennigheid is echter gauw verdwenen. Na een half uurtje al rollen de eerste lege bierflessen onder de stoelen door. Het bontst maakt het een dame die, vlak voor de verbaasde ogen van stadsschouwburgbaas Pim van Klink, met de punt van haar schoen bevallig een sigaret het rode tapijt indrijft. Nog vijf popconcerten en men kan de vloerbedekkers bestellen.

De geluidstechnici daarentegen hadden langer nodig om op temperatuur te komen. Wel eens gehoord van een ringleiding die slechthorende mensen de gelegenheid biedt om ook van de muziek te genieten? De stadsschouwburg biedt die faciliteit. Alleen, de technische mensen waren van het bestaan ervan niet op de hoogte. Zo kon het gebeuren dat men tijdens de eerste helft van het concert van John Martyn met man en macht aan het zoeken was naar de oorzaak van fluittonen, kraakgeluiden en andere niet ingecalculeerde mankementen.

Geïrriteerd
Die falende techniek was er de oorzaak van dat de concentratie bij de musici gedurende lange tijd ver te zoeken was. John Martyn probeerde de zaak eerst nog af te doen met wat grappen en grollen, geleidelijk aan raakte de zanger-gitarist steeds neer geïrriteerd. Juist de dramatische zeggingskracht waaraan zijn muziek zo rijk is kwam daardoor in het begin geheel niet uit de verf. De muzikanten maakten fouten, speelden slordig, waren soms geheel de draad kwijt. Pas halverwege werd de benodigde feel teruggevonden, de trance bereikt waarin Martyn's muziek nu eenmaal alleen kan gedijen. Toen ook kreeg het optreden toch nog die emotionele impact waarop Martyn al bijna twintig jaar het patent lijkt te hebben.

De ex-folkzanger uit Schotland putte voor dit concert opnieuw uit een breed en rijk geschakeerd muziekaanbod. Van stevige rocksongs via geïmproviseerde jazz(rock)stukken naar esoterische klankbeelden, dat alles niet zelden in één nummer, zoals bijvoorbeeld in het monumentale werkstuk John Wayne. De fretloze, haast akoestisch klinkende bas van Alan Thomson, het puntige, zakelijke drummen van Danny Cummings en het hese timbre van Martyn geven de muziek iets weemoedigs, iets melancholieks, een sfeer die nog verhoogd werd door Martyn's vaak in galm en echo gedrenkte gitaarklanken.

Opvallend verder was dat Martyn, die de spastische presentatie van een Joe Cocker of van een Steve Fellows van the Comsat Angels aardig benadert, de gitaar meer in de frontlinie gooit dan op zijn laatste (zelf geproduceerde) platen het geval is. Zo wordt Piece By Piece, de meest recente elpee, vooral door synthesizers gedomineerd, hetgeen een zekere vervlakking in de hand werkt en bovendien de indruk wekt dat veel nummers naar mediocere softpop neigen.

Van dat nieuwste album worden dan ook slechts een paar nummers gespeeld, waaronder de fraaie ballad Angeline. Op John Wayne na, kunnen echter alle andere nummers niet tippen aan het hypnotische One World, nog altijd het opus magnum van Martyn uit 1977, een nummer ook waarmee Martyn het concert, anders dan het begin, in grootse stijl afsloot.

MAX PALFENIER

The story got a follow-up one day later with some amusing details.

Dovenlus I

Afgelopen dinsdagavond: voor het eerst wordt er in de vernieuwde Groninger Stadsschouwburg een popconcert georganiseerd. Dat leverde nogal wat onverwachte problemen op. Het concert begon, geheel tegen de goede traditie van de schouwburg in, ruim een half uur te laat. Geluidsproblemen (irritante bijgeluiden) vergalden het plezier van èn muzikanten èn publiek. En een aantal brandgaten in het tapijt maakten duidelijk dat een poppubliek er andere normen op na houdt dan bezoekers van een klassiek concert.

Willem de Jong, toneelmeester van de Stadsschouwburg:
"Ja, dat de stage-manager John Martyn pas om half tien het toneel op kreeg, daar heb ik me ook blauw aan zitten ergeren. Heel vervelend. Maar daar is nu eenmaal niks aan te doen. En die geluidsproblemen. De dovenlus van ons stond aan, dat is een ringleiding die als een soort antenne werkt. Daardoor kunnen bezoekers met een gehoorapparaat hetzelfde geluid ontvangen als de andere mensen in de zaal. Ja, wie denkt er nu aan dat zon ding uitgezet moet worden?"

- Uw mensen bijvoorbeeld?
"Nou, voordat je daar achter bent, dat duurt wel even. De meest ingewikkelde theorieën ga je bedenken, de meest simpele oplossing zoek je nooit. Een van onze mensen, iemand van het licht, kwam er tenslotte achter."

- Maar de schouwburg heeft toch ook de rockopera Ik, Jan Cremer binnen de poorten gehad. Toen geen last gehad?
"Nee, maar die mensen werkten met moderne apparatuur, spullen met ontstoringselementen. De apparatuur van de band van Martyn was nogal verouderd." (M.P.)

Dovenlus II

En de brandgaten in het vloerkleed?
"Ach, incidenteel zijn er wat gaatjes. Het is gewoon zo dat de schouwburg eigenlijk niet geschikt is voor zulke dingen. Een popconcert moet, en dat is mijn persoonlijke mening, in een betonnen gebouw, daar kan nog eens een glas kapot vallen. Dat veeg je zo weer op. Hier moet alles worden uitgezogen, grondig worden schoongemaakt. Op dit moment hebben we drie man van de schoonmaak in de zaal bezig. Normaal is dat er één. En zo druk was het toch ook niet."

De Jong vertelt nog meer. "De mensen mochten dit keer de drankjes en de flesjes mee de zaal in nemen. Normaal doen we dat niet, maar om de sfeer een beetje leuk te houden... Officieel mocht men natuurlijk ook niet roken, maar wie van ons gaat de zaal in om te zeggen: meneer maakt u die peuk even uit? Ja, en als je dan zo'n muzikant op de bühne een sigaret ziet opsteken. Als ik in de zaal had gezeten, nou dan zou ik er ook wel zin in hebben gekregen. Bovendien was er geen pauze."

De eindconclusie van De Jong komt erop neer dat de Stadsschouwburg nog niet ingespeeld is op popmuziek, maar hij belooft beterschap voor een volgende keer. (M.P.)

Related to: